Afscheid valt zwaar

19 februari 2006

AP

Natuurlijk kan ik de draad weer oppakken en gewoon een columnpje gaan schrijven over een drumcorps-dingetje of Jubal-feitje, maar dat voelt nog niet goed. De gedachten over de afgelopen week voeren nog de boventoon, dus al het andere valt daarbij compleet in het niets. Als ik ergens mee zit, als ik boos ben of blij, ga ik schrijven, en dus ook nu maar weer. Het voelt alsof ik de laatste dagen in een achtbaan van emoties heb gezeten. Het ene moment denk je de hele wereld weer aan te kunnen, het andere moment ben je zo labiel als de pest. Het verlies van Barry blijft door m’n hoofd spelen. Die bijeenkomst van vrijdag, de crematie, die muziek, de toespraken, al het geregel en bovenal de herinneringen aan Barry zelf. Voor de familie is het verlies natuurlijk het allergrootst, maar ook bij Jubal is alles anders.

Ik loop vrijdag het clubhuis binnen, ik weet wat me te wachten staat, en toch schiet ik direct vol als ik daar in die hoek onder een spotje de vibrafoon van Barry zie staan. De inmiddels bekende foto, mét oranje band, hangt erachter, op het instrument een boeket oranje bloemen, z’n uniform en stokken. Ik zie hem gewoon staan, achter dat ding, lekker in zichzelf gekeerd  te spelen, zoals hij dat zo goed kon. Maar het echte beeld is dat ik een bomvol clubhuis zie, vol met rouwende leden die eigenlijk niet zo goed weten wat ze met de situatie aanmoeten. De voorzitter eindigt z’n toespraak met de mededeling dat bij Barry altijd alles gewoon moest doorgaan.

En dus drinken we maar een biertje, en nog één. We halen verhalen op van vroeger, het wordt eigenlijk best gezellig. Maar bij de meesten blijft die knoop in de maag, en die heeft natuurlijk ook alles te maken met de dag daarna, de crematie. Alle Juballers waren er, van jong tot oud. Het klinkt meestal wat weeïg, maar Jubal is écht een grote familie. Mensen die om welke reden dan ook de club ooit hebben verlaten, staan er alsof ze nooit zijn weggeweest. Allemaal om de laatste eer te bewijzen. Al die stoere jonge jongens die normaal lekker staan te swingen tijdens een showtje, staan nu in donkere kostuums te rouwen om het verlies van hun clubgenoot. Dit moet niet te vaak gebeuren, want het gaat door merg en been.

Zoals elders op deze site staat te lezen was de crematieplechtigheid inderdaad zeer waardig, mooi en indrukwekkend. Ik wil over de plechtigheid zelf niet al te veel schrijven, dat vind ik te persoonlijk. Maar ik kan ‘m nog bijna letterlijk terughalen, zoveel indruk heeft het gemaakt. Barry speelt voor iedereen in de zaal zijn eigen gecomponeerde stukken. Opnieuw kijk ik naar het keyboard en hoor ‘m niet alleen, maar ik zie ‘m ook spelen. De toespraak van de voorzitter raakt me tot in het diepst van m’n hart, hoe hij Barry herinnert, zo is het… En dan definitief afscheid nemen, het valt me wederom heel zwaar.  En dat ook nog eens –en het is totaal ondergeschikt- op m’n verjaardag, 31 jaar oud werd ik zaterdag, anderhalve maand jonger dan Barry. Erg heftig en dubbel, maar het speelt allemaal door mijn hoofd als ik Barry zie.

Hoe raar het misschien ook klinkt, ik ben de afgelopen dagen nog meer van deze club gaan houden. Elkaar weer oppeppen na een verloren finals, kunnen we wel. Sterker nog, het begint jaarlijkse kost te worden. Maar dit is andere koek, toch doet iedereen het gewoon. Ik heb nog nooit zoveel gebeld en mensen gesproken als de afgelopen dagen. En iedereen weet z’n rol deze dagen te vinden, de een teruggetrokken, de ander juist heel druk. Het maakt allemaal niet uit. Er zijn werkelijk prachtige ideeën ontstaan om Barry aankomend seizoen te eren. Niet om daar mee te koop te lopen, maar om hem zo tóch een beetje bij ons te houden. Ik geloof dat ik het wel weer van me heb afgeschreven en ik zeg het weer: Barry, je was op. Maar in mij gedachten ben je nooit op.

A.P.