Samen in Italië

07 juli 2005

AP

Het zal jullie niet verbazen, maar wat ben ik toch gezegend om lid te zijn van een club als Jubal. The Blue Devils zijn in de buurt en we komen ze overal tegen. Van Schiphol, via Kortrijk naar Italië om uiteindelijk weer in Kerkrade te eindigen. Overal waar “die blauwen” zijn ook “die oranje gasten.” Niet dat die Amerikanen daar wakker van liggen, maar voor Jubal is het natuurlijk erg leuk. In een paar weken tijd hebben we kunnen genieten van Devils-repetities, concerten, shows, runtroughs, special-acts en dat niet één keer, maar heel veel keren. Het mooie is dat het nooit je neus uitkomt. Het blijft fascineren. “Het zijn ook gewoon mensen”, zei een eerstejaars Jubal-lid maandagavond op een stampend en dampend discofeest in de Italiaanse buitenlucht van San Felice. Na afloop van een taptoe met slechts drie deelnemers, waaronder wij en The Devils, werd een feestje gevierd naast onze slaapgelegenheid. Die Amerikanen vonden het geweldig dat ze direct hun show op een groot scherm konden zien en begonnen dat enthousiast te vertellen aan enigszins nerveuze Jubal-leden. “Hij spreekt me zomaar aan. Wie ben ik?” Nou, jij bent een Juballer die toevallig naast iemand van The Devils staat. Geen gedoe met handtekeningen of “even aanraken”. Nee, gewoon samen een feestje vieren. Wij met een biertje, zij met een colaatje, want onder de 21 wordt er bij die Amerikanen niet gedronken. (Behalve op locaties als bosjes, zwembaden, donkere steegjes en verlaten pleintjes.) Hij is altijd wat hoogdravend om te beweren, maar het klopt en ik heb het in levende lijve kunnen aanschouwen. Drumcorps verbroedert! Er is altijd een hoop gezeik over wie er beter is en wat de ander slecht doet. Maar als je uiteindelijk de leden van verschillende corpsen bij elkaar brengt is het vrijwel altijd gezellig. De staff van de Devils hadden helemaal de smaak te pakken. De “godfather of drumcorps” Wayne Downey zat onderuitgezakt met drie blikken bier in zijn handen . De complete drumline-staff wilde met onze guard-dames op de foto (en nog meer.) De sop-solisten die onze sop-solisten complimenteren. Kortom: Het zijn inderdaad ook gewone mensen en ze zijn nog positief over Jubal ook. Nou blijf ik dat altijd met een korreltje zout nemen, want zo zijn Amerikanen. Die zijn nogal overdreven, bijvoorbeeld als je een winkel binnenloopt: “Hi, how are you doing?” Het klinkt leuk, maar ze menen er geen snars van. Sterker nog, als je probeert beleefd een antwoord te geven, zijn ze alweer opweg naar de volgende klant. Kortom; kloppen al die enthousiaste verhalen wel die de Devils-staff over Jubal verkondigen? Nou, vast wel een beetje, want anders namen sommigen (na een wel hele korte nachtrust) niet de moeite om bij Jubal een ochtendje les te komen geven. Als ze het echt niks vinden, komen ze ook niet opdagen, denk ik dan maar…. Het was voor de leden een wereldervaring en wat zie je het in een paar uurtjes verbeteren. Wat is dat toch? Doet onze staff het zo slecht, of zijn zij zo goed? Ach, vreemde ogen dwingen en dat Amerikaans komt ook altijd wel leuk over. Maar ze weten ook in korte tijd de vinger op de zere plek te leggen én het op te lossen. Leuk en super leerzaam. Het vertrek in Carpi, de laatste avond van onze Italië-zesdaagse, wat tekenend. Iedereen gaat met elkaar op de foto. Leden zijn niet weg te slaan en moeten de bus zo ongeveer worden ingeschopt. Er wordt gezwaaid en getoeterd en daar gaan ze. Velen van ons zullen ze weer zien in Kerkrade. Wat een superdagen waren het in Italië, de aanwezigheid van The Devils maakte het extra bijzonder. Het zijn ook gewoon mensen, net als Juballers… a.p.