April 2011

01 mei 2011

AP

Nou mensen, dat was wat! Hoe oranje wil je het hebben? De afgelopen weken zijn we met z’n allen van de ene oranje gebeurtenis in de andere gerold. De maand april is ten einde, tijd om effe bij te komen. Het is moeilijk om het allemaal op een rijtje te zetten, de indrukken zijn over het algemeen te intens om aan het papier toe te vertrouwen. Ik ga -jullie kennen me- toch een poging wagen. Van de magistrale 100 kilometer prestatie van Robby, naar het indrukwekkende orgel in de Grote Kerk. Nieuwe leden van verdiensten, nieuwe ereleden. Van de zonovergoten reünie met honderden oude Juballers, naar het zonovergoten camp met ruim honderd jonge Juballers, althans de meeste. En dan, tijdens zo’n bijzondere Jubal-maand, krijg je ook nog het trieste bericht dat een zeer geliefd Juballer van ons is heen gegaan. Een dag na haar indrukwekkende afscheid staat de hele Jubal-familie alweer bij elkaar voor de viering van Koninginnedag met drie optredens voor de club. Intussen is de kaartverkoop voor de jubileumtaptoe als een dolle van start gegaan, zijn we druk in de weer met de jubileumtentoonstelling en… oh ja, we zijn ook nog effe bezig met de voorbereidingen voor de USA-tour. Dat maakt april 2011 tot de meest bijzondere, drukke, maar ook meest aangrijpende maand die ik ooit bij Jubal heb meegemaakt.

Zoveel feesten, zoveel aangrijpende momenten en dan in één keer het bericht van het overlijden van Marjan, die prachtige meid die het lachen tot een kunst wist te verheffen. Die meid met zo ongelofelijk veel power, doorzettingsvermogen en enthousiasme. De wereld zit oneerlijk in elkaar. Dit soort mensen verdienen een zorgeloze oude dag in een fijn huisje met kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en dan ergens tussen de 90 en 100 jaar een mooie, pijnloze dood. Helaas, het heeft niet zo mogen zijn. De uitvaart was mooi, waardig. Met op het eind –hoe kan het ook anders- “Somewhere over the Rainbow”. Dat nummer heeft na vrijdag wéér méér betekenis gekregen voor mij en voor de hele vereniging. En wat een briljant rouwkaartje: “Sterk spul hè?”… met een zakje Fisherman’s Friend erbij. Ik hoorde Marjan alweer schateren. Meid, rust zacht, geniet vanaf je oranje wolk van je familie en je geliefde clubje.

Wat een enorm contrast: lol en plezier versus leed en diepe droefenis. Toch gaan deze uitersten juist in deze maand kennelijk wel hand in hand. Honderden Juballers hebben elkaar op alle festiviteiten en evenementen in april ontmoet. Wat hebben we gelachen. Bibelot was top, maar ook de Grote kerk met alle grappige en vlijmscherpe toespraken. De afterparty, op een maandagavond, was dampend en stampend. De reünie was ook prachtig, net als de receptie. Mooie cadeau’s gehad van bevriende verenigingen. Zoals een Boedhabeeld van Beatrix, dat brengt geluk. Maar ook een prachtige collage van Juliana met historische krantenknipsels van Jubal in Zeeland. Een omgedraaide shako met een prachtig bloemstuk, heel veel bloemstukken, maar ook champagne, kaarten en andere bijzondere cadeautjes. Alle herinneringen van vroeger kwamen weer boven, de mooie herinneringen, maar ook trieste herinneringen. En het cliché blijkt waar: Jubal is één grote familie. We zijn er altijd voor elkaar en we komen elkaar overal tegen. Of het nou in Bibelot, de Grote Kerk, Drechtwerk, het clubhuis of –helaas- de Essenhof is.

Ik ben door al deze intense momenten wel een heel klein beetje moe en leeg. Het was allemaal zo mooi, zo feestelijk of triest, maar ook spannend en stressvol. Moet me echt weer even opladen, want eigenlijk moet het seizoen -met Amerika als hoogtepunt- nog beginnen. Dat opladen gaat me overigens geen enkele moeite kosten. Ga één keer bij de jongens en meiden op het veld kijken en je krijgt direct de smaak weer te pakken. Het camp was fenomenaal. Ben verliefd geworden op de cymbal-line, maar ook op de uitgebreide pitversterking. Er staan meer dan 90 leden op het veld, een flinke guard, lekker veel toeters en een batterij trommelaars waar je U tegen zegt. Het programma is zeer herkenbaar en afwisselend, een mooie tijdreis van ‘vroegah’ tot de verre toekomst. De primeur was op Koninginnedag, ik kon er helaas niet bij zijn, moest achter Beatrix aan (de koningin), maar hoorde dat de reacties zeer lovend waren. We zullen zien, leuk dat alle drumcorps afreizen naar het mondaine Arnemuiden, “the city that never sleeps”. In de ‘dome’ van het gemeentelijk sportcomplex gaan we het meemaken. Ben benieuwd naar de verhoudingen en de kwaliteit.

We bevinden ons in een rollercoaster die na een maand even tot stilstand is gekomen, maar het karretje staat weer helemaal boven aan, om straks in volle vaart verder te denderen. Fasten your seatbelts…

a.p.