Huizen

29 juni 2009

AP

Zo mensen, dat was wel effe een overgang afgelopen zaterdag. Helaas geen K&G, ook geen Adest Musica en al helemaal geen Amantius (die dit jaar hun jubileum vieren met een geile Shakira show). Niets van dit wonderschoons, nee in Huizen was het “diehard drumcorps time”, met de crème de la crème uit Neerlands drumcorps-scene, aangevuld met twee Duitse “toppers”. Het had niet veel gescheeld of de hele avond was in het water gevallen, maar gelukkig, de weergoden waren ons goedgezind. Huizen; een gezellige locatie. Het werd al snel een dolle boEl met een hoop oude bekende uit de pre-historische drumcorpstijd toen corps als Blue Wave en Avant Courir nog weleens voor wat opschudding konden zorgen. Helaas die tijd ligt ver achter ons, dat bleek zaterdagavond, of?

Bij aankomst in Huizen ben ik even in de war. Ik hoor en zie een corps spelen dat mij doet vermoeden dat we al bij de top van de open-class zijn aangekomen. Is het programma omgegooid? Bij navraag hoor ik dat het hier gaat om een A-class deelnemer, namelijk Con Spirito uit Joure. Jammer dat ik net te laat ben om de hele show goed te bekijken, maar zo van een afstand zag het er zeer overtuigend uit. Con Spirito is echt zo’n club in tweestrijd; blijven we doen wat we doen, of gaan we echt richting drumcorps. Na zaterdagavond weet ik het al zeker: jongens, ga definitief en voor de volle honderd procent drumcorps doen! En jullie weten het, als AP het zegt, dan is het zo! Het zit erin, dat stralen jullie uit. (Wat is dat toch in Friesland?) Je krijgt er zoveel moois voor terug; hele dagen in de zeikende regen repeteren, ruzie met juryleden, ruzie onderling, prachtig gewoon. Leden die dat niet zien zitten, wees verstandig en maak het seizoen gewoon netjes af. Voor de overige leden; ga ervoor, dan gaan er misschien mooie dingen gebeuren.

Het eerste corps wat ik wel in zijn geheel zag “performen” was Avalance uit Vlaardingen. Zij doen na een aantal moeilijke jaren weer mee en komen uit in de A-class. Laat ik het maar ronduit zeggen: dit was een zeer matig optreden, misschien wel gewoon slecht. Natuurlijk komt er een moment dat je weer een keer wilt meedoen met een wedstrijd, maar ik had het eerlijk gezegd nog een tijdje uitgesteld. Het was zoeken naar zuivere noten, vrijwel de hele show was vals. Dat kwam natuurlijk door de toeteraars, maar soms ook door vreemde arrangementen en rare akkoordenschema’s. Avalance probeert een sport-thema uit te beelden, maar het komt er niet uit. De guard ziet er wel leuk uit en denkt met een warme glimlach alles goed te kunnen breien, helaas. Met pijn en moeite wordt alles eruit geperst, soms valt het gewoon stil. Gelukkig is wel gekozen voor herkenbare sportdeuntjes, waardoor je zo af en toe nog wat herkenningspunten hebt. Nog iets positiefs? Vanaf dit niveau kan het alleen maar beter worden. Tja.... welkom terug!

Wat mij blijft opvallen is dat veel korpsen het veel te hoog op zoeken. Ze kiezen programma’s die ze gewoon niet aankunnen en daardoor voor geen meter te pruimen zijn. FB (voorheen Federatieband) was al weg toen ik aankwam, die hadden kennelijk nog wat belangrijkers te doen. Maar de verhalen die ik hoorde van mensen die het hebben gezien, waren weinig rooskleurig. “Veel te moeilijk”, was de kritiek. De Duitsers zijn helemaal de draad kwijt. Heb na het optreden van Avalance naar de Heartliners gekeken, nou inderdaad, ik kreeg het spontaan aan mijn hart. Het was wel iets beter dan Avalance, maar tjongejonge, wat een moeilijke toestand. Heartliners kiezen voor een horror-show, de dames van de guard kijken me boos aan, dat hoort zo. Ze grommen wat en doen eng, ik vind het lachwekkend. De brass wordt getrokken door één sopraanspeler die overal bovenuit tettert. En verder? Niet doorheen te komen, veel te moeilijk, de leden kunnen het zichtbaaar niet aan. Hetzelfde geldt voor Starriders, maar eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik dit corps van de zijkant heb gezien. (moest even bijkomen na al dit leed.) Wel lekker kort, in dit geval een voordeel. Ze kregen er strafpunten voor, ik had ze er bonuspunten voor gegeven. En slechts negen brass, waar ligt de grens?

Ik zoek op zo’n avond altijd naar een verrassing, nou ik heb ‘m weer gevonden. Met stip op nummer één: Jong Holland, onze vrienden van de overkant. Ik heb echt genoten van deze leuke show. Zij snappen precies hoe het werkt. Gewoon doen wat je aankan en dat met vol enthousiasme. Complimenten voor de sopraanline, een waar genot om naar te luisteren, maar pas op dat het niet de hele show gaat overheersen. De guard doet volop mee, het percussion blijft nog een beetje achter, de dames in de pit zijn nog erg onzeker. (Dat was in het verleden wel anders, toen er in het voorvak van Jong Holland complete paringsrituelen werden opgevoerd.) Alles wordt goed geleid door een strakke DM. Lekkere ‘Jan pak de leuning’-muziek. Lekker lallen, hengsten en gaan met die banaan. Wil Jong Holland nog een beetje aansluiting vinden met de top, dan moeten ze gewoon harder repeteren. Cleanen is het credo. Dus zet die luiheid aan de kant, gewoon eke zaterdag dat veld op. Doet Jong Holland dat niet, dan komen ze niet verder. Ook goed hoor, het publiek geniet en vindt het heerlijk, dan ga je daar maar voor. Deelname aan het WMC zou zeker niet misstaan.

Juliana dan, voor het laatst gezien op koninginnedag en wat een verschil. Ook naar deze show heb ik met veel plezier gekeken. Juliana heeft de weg naar boven gevonden en heeft de grootste sprong in punten gemaakt, en terecht. ‘Textures’ zijn in geen velden of wegen te bekennen, ik weet ook nog steeds niet wat dat zijn, maar het maakt niets uit. Juliana zet een keurig nette, bijna Engelse (is compliment toch?) show neer. De ballad zou van mij een minuutje korter mogen, het bezorgde bij mij de wegtrekker van de avond, maar verder is alles zeer vermakelijk. De pit is ook lekker enthousiast bezig en zorgt voor een goede aanvulling op het product. De show eindigt met Spaanse klanken en dat maakt AP altijd blij!

Tja, het publiek wordt onrustig, dat betekent maar één ding; Jubal komt eraan. Tijd voor een uiterst kritische recensie van mijn eigen club, want er zijn lezers die vinden dat ik m’n eigen club nooit kritisch aanpak (raar hè?). Dus houd je vast, daar komt ie: Ik vond Jubal WEER-GA-LOOS!!!!!!!!!!! Kritischer dan dit, wordt het helaas niet. Oh, oh, oh, wat was ik toe aan een lekkere Jubalshow. Nou, ik werd op m’n wenken bediend. Dit was helemaal top, had ik al gezegd dat ik het weergaloos vond? De drumline komt dit jaar van een andere planeet en laat zien dat kwaliteit en kwantiteit toch nog steeds hét ultieme recept is voor drumcorps optimaforma. Op visueel gebied kan er nog wel wat verbeterd worden, de lijntjes stonden lang niet allemaal even recht, maar who cares, dat komt nog wel. De guard is geweldig, ze beelden het thema goed uit en.... ze vangen alles. Hoera! De brass is lekker groot en heeft een heerlijke sound, op een paar kleine uitglijdertjes na, maar.... who cares! En wat was die pitversterking mooi hè? Hou maar op met testen, na zaterdagavond kan niemand er meer onderuit. Pitversterking rules. Invoeren die hap en nooit meer loslaten.

Bijkomen met ons collega’s uit Hilversum. Erg knap hoe snel Beatrix alles op orde begint te krijgen, wat een verschil weer met twee weken geleden. Nieuw zijn de boevenpakken van de guard, erg gaaf, mooi ook dat oranje! Blijft toch de mooiste kleur die er is. De drumline blijft achter op de rest, daarentegen loopt de guard mijlenver vooruit op de rest. De guard is-zoals eerder geschreven- geweldig, maar ik ben er nu wel achter dat de hele show ook alleen maar draait om de guard. Ze staan vrijwel constant op de vijftig en de rest loopt er omheen; een soort winterguardshow met muzikale omlijsting. Het is soms zelfs vermoeiend als de rifles voor de 45ste keer een kilometer de lucht ingaan, maar het blijft fijn om te zien. Nog steeds (we spreken over eind juni) is niet alles ingevuld bij de pit en de guard. Voordeel daarvan is dat het alleen nog beter kan worden. En dat wordt het hoe dan ook. Het product krijgt vorm, de leden worden zekerder en qua muzikaliteit zit het wel snor. Kortom; het wordt gewoon weer spannend in september, zoals het hoort.

Tijd voor de finale. Gelukkig was mijn favoriete spreekstalmeester ook weer aanwezig, vol verve stond hij weer op z’n schavot te lallen. Vorig jaar heb ik een verhaaltje geschreven over zijn magere kwaliteiten. Heb toen wat briljante tips en adviezen meegegeven (STOPPEN!!!!), maar als rechtgeaarde Zeeuw trek je je daar natuurlijk niets van aan. Zou ik ook niet doen! Ach, wat zal ik ervan zeggen. Na WMC-God Jack Schiffelers is alles minder, maar het begint te wennen. Ik kan me er niet meer zo aan storen, alhoewel het natuurlijk wel weer een puinhoop werd met het voorlezen van de scores, het blijft toch lastig al die verschillende klasses. De DCN-speaker begint onbedoeld een soort maskotte te worden, straks zijn we nog teleurgesteld als hij ermee stopt. Hij hoort er gewoon bij, net als die prachtige felroze toegangsbandjes, de witte tent en zwarte juryleden.

Na de punten zat het erop. Sind een paar jaar is het dan ook echt klaar, leden wandelen met z’n allen het veld af. Ik heb dit nu een paar keer gezien, in het begin vond ik het nog wel grappig, maar nu weet ik het zeker: ik vind het helemaal niks, het is zelfs een belediging voor onze mooie hobby. Het publiek maar ook de muzikanten verdienen een waardige afmars (wel snel, dat wel), een toegiftje van de winnaar zou ook niet misstaan. Wat er nu gebeurt moet toch worden gekwalificeerd als dé anti-climax van de avond, en ik ben meer van heftige climaxen.

Ondanks de finale en een stapel mager presterende korpsen, heb ik toch een mooie avond gehad. Zo zie je maar, ook zonder Amantius is zo’n avond best te pruimen. Voor mij is het redelijk duidelijk, de vraag is waar de Engelsen eind september mee komen. De shows zullen wel weer zo koud en steriel als een operatiekamer zijn, maar de jury kickt daarop. Dus laten we er maar van uit gaan dat er zoals elk jaar weer rare dingen gaan gebeuren, zelfs tussen prelims en finals want dat begint ook een traditie te worden. En daarom zeg ik maar weer eens (speciaal voor alle zelfverzekerde Juballers):

It ain’t over till it’s over.

a.p.