Negentien

01 april 2009

AP

Nu het zonnetje is gaan schijnen is het tijd voor een vrolijke column vol met lentekriebels en springende lammetjes. De goed-nieuws-show is begonnen, één en al vrolijkheid nu we weten dat de competitie van DCN een recordaantal deelnemers telt. Daar gaan we: Avalance, Con Spirito, Jubal, Beatrix, Juliana, FB, Showband 75, Johan Friso, Jong Jubal, Jong Avalance, Jong Holland, Blue Phoenix, Harpe Davids, Starriders, Heartliner, Confetti, Jong Holland Junioren en Jong Beatrix. Negentien in totaal. Jaja, dat is me wat! Wat een drukte, wat een strijd! Dit is nog nooit vertoond!

DCN bestaat sinds 2005. Ik heb destijds niet onder stoelen of banken gestoken dat ik de oprichting van wéér een aparte competitie totaal overbodig vond. Drum Corps Nederland is voortgekomen uit het succesvolle Drum Corps Europe. Ging ’t net lekker, werd er weer wat nieuws bedacht. Was er eindelijk een kans om een Europees circuit verder uit te bouwen, kruipen we weer terug in onze eigen, kneuterige Hollandse stadionnetjes met piepkleine wedstrijdjes. Maar goed, wat gebeurt, gebeurt, niet piepen, maar meedoen. Jubal was er vanaf dag één bij. En dat was soms leuk, soms minder leuk.

Zo was de animo een paar jaar lang ver te zoeken: per klasse slechts een paar deelnemers. Bezoekersaantallen waren ook niet altijd even denderend en aan de organisaties schortte ook nog wel eens wat. “Dit wordt nooit wat”, zijn mijn letterlijk woorden, meerdere keren uitgesproken. Diverse malen heb ik ook geprobeerd dit duidelijk te maken, maar de platen staal waren metersdik. Ik kreeg de afgelopen jaren regelmatig DCH-flashbacks. Voor de jonge lezers even een eenzijdig stukje historie. Drum Corps Holland begon mooi, maar eindigde roemloos door vooral de eigen ego’s boven de korpsen te plaatsen. Regeltjes werden bedacht om regeltjes te bedenken, hierdoor ontstond een onprettige, corrupte, zure en onvriendelijke competitie. Terecht vertrok het ene korps na het andere. Zo ver is het bij DCN gelukkig niet gekomen, maar heeeeel af en toe begon het er door tal van incidentjes al wel op te lijken.

Maarrrr, is het jullie niet opgevallen dat bovenstaande alinea’s in de verleden tijd zijn geschreven? Alles is nu anders. 1 april 2009, de dag waarop bekend werd gemaakt dat DCN dit seizoen negentien deelnemers telt. Het heeft vijf jaar lang geduurd, de aanhouder wint: de zure jaren zijn voorbij, het is nu tijd voor het zoet. Oogsten maar! Dit is natuurlijk prachtig nieuws. We vergeten het verleden (Zeeuwse klei erover), de blikken gaan vooruit. Dit is dé kans om ook op organisatorisch vlak door te pakken. Professioneler, leuker, spannender, verrassender en ga zo maar door.

De grote vraag is natuurlijk, waar komt die massale belangstelling ineens van dan? Cynisch als ik ben, denk ik dat het wellicht wat te maken heeft met de crisis. Was er vroeger een goed alternatief voor een duur DCN-contest; namelijk een goed betaalde taptoe. Nu blijft de agenda van optredens bij veel muziekvereniging redelijk leeg en je moet toch wat!. Die honderden uurtjes repetitietijd moeten natuurlijk wel uitbetaald worden en getoond worden. En dus, bij gebrek aan beter, schrijven korpsen zich massaal in voor de DCN-competitie. Minder cynisch, maar wel weer wat waziger. Misschien heeft het wat te maken met de opbloeiende drumcorps-scene. Mede dankzij het succesvolle DCE staat drumcorps in heel veel landen weer op de kaart. Kijk naar Engeland, kijk naar…. uhmmmmm.. Nou goed, jullie begrijpen wat ik bedoel. De aantrekkingskracht voor corps-style-buitenstaanders is misschien weer wat groter en dat betaalt zich nu uit.

Ik ben ervan overtuigd dat dit een mooi seizoen kan worden. Nogmaals, ik hoop dat ook de organisatie een professionelere koers gaat varen en dat het grote aantal deelnemers niet boven hun hoofd stijgt. Dat zou een gemiste kans zijn. Maar de zon schijnt en dus heb ik vertrouwen!

En nou maar hopen dat het geen grap is.

a.p.