USA Tour 4 (slot)

21 augustus 2006

AP

Wie aan Amerika denkt, denkt aan hoge gebouwen en brede snelwegen. Althans, ik wel. Veel drukte, veel gedoe. De meeste mensen denken in ieder geval niet aan Monticello. Inderdaad, het piepkleine gehucht waar Jubal de laatste week van de USA-tour verbleef. DCI moet voor alle corps onderdak vinden gedurende de Finals-week en het is natuurlijk niet mogelijk om alle deelnemers op loopafstand van het Camp Randall Stadium te laten verblijven. Dat geldt trouwens ook voor de bussen, die ongeveer aan de andere kant van Madison geparkeerd moesten worden. Tja, in Amerika is alles ver weg, dus een uurtje rijden en een half uurtje lopen is eigenlijk heel dichtbij. En dus lag het slaapverblijf van Jubal ook “heel dicht bij het stadion”…. in Monticello dus, heel ver weg. Wij erop af, want we wilden wel eens zien waar Jubal was verstopt. Nou, verstopt zaten ze…

Leve de TomTom, gouden vondst die Amerikaanse kaarten. Een zwoele Nederlandse stem wijst ons de weg door Amerikaans niemandsland. Vanuit het bruisende Madison is het hops… weg van de snelweg. De binnenlanden van Wisconsin in. Wisconsin is de staat van de koeien, zegt men: geen koe gezien. Wel heel veel niets. Heuvellandschappen, verlaten schuurtjes en hier en daar een silo. Dat  Amerikanen echt helemaal gek zijn bewijst New Glarus, een plaatsje op de doorweg naar Jubal’s verblijfplaats Monticello. New Glarus is een soort Efteling in Zwitserse stijl, ze noemen het zelf ook Little Switzerland. Schijnbaar hebben een paar Zwitserse emigranten hier honderd jaar geleden hun tenten opgeslagen. Alles, maar dan ook alles is hier Zwitsers, het enige wat ontbreekt zijn de hoge bergen. Verder zijn er chalets, veel rode kruizen, geraniums, koeien (hé, daar zijn ze) mét bellen, schnitzels, Sint Bernhard-honden en…. veel bussen met Amerikaanse toeristen die het natuurlijk allemaal weer “amazing” vinden. Wat een maffe bedoeling.

Als we New Glarus verlaten (jooodelahitieeeee!!!!!!!) verdwijnen we met onze mini-van weer in niemandsland. Nooit geweten dat Amerika er ook zó uit kan zien. Eén mile voor aankomst zijn we nog geen bord van Monticello tegengekomen. Wel veel kronkelwegen en prachtige boerderijen. Maar dan, in één keer, een scherpe bocht naar links en daar staan we in Mainstreet, de enige straat die mevrouw TomTom kent. Dit is dus Monticello, één straat die loopt van noord naar zuid en één straat die loopt van west naar oost. Maar waar is Jubal? Het kan niet lang zoeken zijn, want dit is het meest suffige slaapstadje wat ik ooit heb gezien. Hier gebeurt dus helemaal niets, niente, noppes. Nou ja niets, één keer in de vier jaar komt Jubal, want Monticello was tijdens de tour van 2002 ook de laatste verblijfplaats.

Iedereen weet dat Jubal er is en dus stoppen we bij het eerste huis, prachtig; echt zo’n Golden Girls-huis. De vriendelijke man waar de laatste drie jaar waarschijnlijk nooit meer iets aan is gevraagd, stuurt ons naar de enige school van het dorp. En ja hoor, daar in de verte staan onze vrienden voor de school, op straat, een sigaretje te roken. Maar waar is de rest? “Oh, die zijn naar Donna’s.” Sorry? Donna’s is de enige kroeg van het dorp die –natuurlijk- door heel Jubal is ontdekt. Na onze survival-tocht lusten wij ook wel een biertje, dus wij ook op weg naar Donna. Donna is een leuk mens, een wat oudere country-girl met een hele leuke dochter. Je gooit wat dollars in een pot en je gaat vervolgens aan de drank. En je moet heel wat drinken om je dollars op te krijgen: een biertje kost een halve dollar. Maar het zijn gouden tijden voor Donna.

De sherrif komt af en toe ook eens langs bij Donna, hij heeft het deze week razend druk met de honderd tijdelijke inwoners. Als we weer bij de school zijn, komt de sherrif opnieuw langs rijden. Iedereen verstopt z’n biertje, de sherrif stopt, draait z’n raampje open en… lacht. Tja, die vent is natuurlijk ook niet gek. Hij vindt het allemaal wel best, hij geniet van het tijdelijk bruisende Monticello, daar zijn z’n collega’s in New York even niets bij. Even een praatje prut met onze voorzitter en daar gaat onze stoere cop. Dit was waarschijnlijk het meest spannende moment uit z’n carrière.

Verder is en blijft het rustig in Monticello, ook in de sporthal waar Jubal slaapt. Iedereen ligt er een beetje dood te gaan, Ipods te luisteren of wezenloos voor zich uit te staren. Goed hoor, Juballers weten zich altijd perfect aan te passen aan de omgeving. Tja, het stoplicht staat op rood, het stoplicht staat op groen, in Monticello is altijd wat te doen. Wellicht tot over vier jaar!

AP