Hardlopen en skiën

06 februari 2011

AP

Ik merk aan mijzelf dat ik de laatste tijd nogal naar binnen gekeerd ben. Niets om je zorgen over te maken hoor, het is logisch te verklaren. Al het nieuws in het drumcorps-wereldje kan me gestolen worden. Het draait bij mij namelijk maar om één ding: honderd jaar Jubal! Het is soms om gek van te worden, maar meestal is het vooral erg leuk om mee te werken aan het eeuwfeest. Ik geef het direct toe; misschien is het voor jullie een beetje saai, maar ik kan er echt niets aan doen. Het is voor mij Jubal, Jubal en Jubal. En de rest? Leuk, maar totaal niet interessant.

Who cares Anne Frank! Belgen in DCI? Lekker belangrijk…Gezeur en ruzie tussen de 361 verschillende muziekbonden die onze kleine landje telt: Vertel me eens wat nieuws! Geen enkele wenkbrauw die een beetje naar boven schiet, geen vleugje woede in mij. Boeiuuhhhhh! Waar ik nog wel opgewonden van raak? Nou, wat dacht je van een sponsorloop van honderd kilometer op de verjaardag van Jubal! Prachtig idee van Robby Overvliet… de gek! Heb mijzelf ook laten overhalen om tien kilometer mee te lopen en dus heb ik een paar weken geleden m’n hardloopschoenen uit het vet gehaald. Ik ben een echte mooi-weer-loper, dus een fraaie winteruitrusting had ik nog. Heb me daarom een prrrachtige strakke broek laten aanmeten en kan nu ook de wintermaanden de straat op. Zwarte zonnebril op, want niemand hoeft te weten dat ik het ben. Nu ik na een paar weken op zo’n vier kilometer zit en na een halfuurtje volledig afgemat naar m’n voordeur strompel, besef ik pas hoe belachelijk veel honderd kilometer is. Gewoon niet normaal. Nogmaals, een top-actie voor een schitterend doel. Steun Robby en geef geld aan Kika.

En vorig weekend was ik in Italië om te werken aan de jubileum DVD van Jubal. Waarom in Italië? Nou, mijn ‘partner in crime’ Joost, met wie ik veel DVD’s in het verleden heb gemaakt, vond het nodig om een paar jaar geleden met zijn gezin naar het zuiden te emigreren. Helemaal prima natuurlijk, want hoe vaker je op visite naar Italië kan gaan hoe beter. Dus met het fijne Easyjet naar Noord-Italië om na een middagje skiën ons vier dagen op tientallen uren oud-Jubal materiaal te storten. Prachtig, daar kan niets of niemand in drumcorps tegenop. Overigens werd dat korte ski-tripje nog bijna mijn dood. Tegen vijven dacht ik nog een laatste rondje te maken, het werd al schemerig. Voor de zekerheid aan een Italiaanse schone gevraagd tot hoe laat de sleepliften open waren. Ik zweer dat ze vijf uur zei, maar misschien was ik toch wat afgeleid. In ieder geval, ik ski op een redelijk verlaten piste een diep, onbewoond dal in. Daar helemaal onderaan, gaat de sleeplift naar boven. Het hokje van de skilift-bediende is leeg, maar dat is niet ongewoon. Ik duw dat anker onder m’n billen en laat me naar boven slepen, terug naar de bewoonde wereld, waar m’n vrienden op een oefenweitje de fijne kneepjes van het skiën onder de knie proberen te krijgen.

Na tien meter stopt de lift. Niets bijzonders. Ski-kenners weten dat sleepliften de ergste liften zijn die er bestaan, omdat er constant kinderen uitvallen. Dan wordt dat ding tijdelijk stilgezet. Dat dacht ik die late vrijdagmiddag in het mooie Mottarone dus ook. Maar na een paar minuten gebeurde er nog niets. Toen ben ik maar eens uitgestapt. Niets en niemand meer om mee heen. Zon weg, het wordt langzaam donker. Ik hoorde in de verte de wolven al oprukken. Wat nu? Bellen natuurlijk! Shit, geen bereik. Er zat niet anders op dan te klimmen, maar dat houd je op een steile helling met oempaloempa schoenen aan en ski’s op je nek niet lang vol. Overmand door paniek en dreigende onderkoelingsverschijnselen (het kan zijn dat ik hier en daar in dit verhaal een tikkeltje overdrijf), zat er toen maar één ding op. Handen naar mijn mond en roepen: HELLUP!!! Wordt Jubal mijn dood? Vries ik hier dood? Zullen ze me komen zoeken. Nee, niemand hoort me. Intussen klim ik door, kan ik gelukkig een stukje skiën via een bospad en zie ik uiteindelijk in de verte de lampjes van het restaurant en de parkeerplaats van het kleine skigebied. Daarboven zie ik ook m’n vrienden, ze snellen naar me toe, helpen me naar boven en volledig uitgeput plof ik neer in het restaurantje. Daar zie ik de liftbediendes zwaar aangeschoten aan de prosecco staan. Na een paar ferme kopstoten zijn we in de auto gestapt, op weg naar pizza en drank.’s Avonds begonnen aan de DVD, die voor mij altijd een speciale betekenis zal houden.

Ik vrees dat jullie het de komende tijd met dit soort verhalen moeten doen. Al het andere doet er voor mij niet toe. Hup wie er wint, de eerste de beste, ik dompel mij intussen onder in een jaar van feestvreugde. Van Italië tot Indianapolis, van reünie naar gala, van Alumni’s naar Back to the Future. Ik houd jullie op de hoogte van al mijn oranje belevenissen.

a.p.